Bouw en Brand: verslag webinar 1 ‘Brand in de gebouwschil’

geplaatst in: Event, Video | 0

Stichting Agrodome werkt aan de transitie naar een toekomstbestendige, fossiel vrije bouwsector. Met deze webinarreeks beantwoorden we praktische vraagstukken waar de gangbare bouwpartijen mee te maken krijgen, op weg naar een circulaire bouweconomie.

Stichting Agrodome heeft samen met haar Europese partners van natureplus, NIPV en TU/e een webinarreeks opgezet.

In deze reeks komen de genoemde aspecten rondom bouw en brand vanuit verschillende invalshoeken aan bod.

Verslag ‘Brand in de gebouwschil’ logo NIPV

Webinar 19 februari 2025

op deze pagina staan achtereenvolgens:

  • De powerpoint (pdf)
  • De videopresentatie door Lieuwe de Witte van het NIPV
  • De vragen en antwoorden

De powerpoint presentatie

De powerpoint van het webinar (pdf)    met presentaties van Stichting Agrodome (Ineke Lemmen), natureplus (Sissy Verspeek) en Brand in de gebouwschil (Liewe de Witte, NIPV).

Videopresentatie Brand in de gebouwschil door Liewe de Witte

  • Aan het woord is Lieuwe de Witte, lector brandveiligheidskunde, Professor Fire Safety namens NIPV

Vragen & antwoorden bij webinar ‘Brand in de gebouwschil’

Uitgangspunt is dat biobased materialen, net zoals alle andere bouwmaterialen, veilig kunnen worden toegepast in (bouw)constructies.

In alle gevallen moet worden voldaan aan de eisen in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Dit moet ook aantoonbaar zijn.

Het ene bouwmateriaal is meer brandbaar dan andere materialen en daarom vraagt de toepassing ervan in bouwconstructies de nodige aandacht. Dit geldt niet alleen voor biobased materialen, maar ook voor (circulaire) kunststof isolatiematerialen.

  1. Hoe zitten verzekeraars in de materie als het gaat om duurzaamheid en brandveiligheid? Zij moeten immers schade vergoeden als er brand is uitgebroken.

Ik kan vanuit mijn rol als lector niet spreken voor de verzekeraars. In algemene zin kan ik wel aangeven dat ook verzekeraars de risico’s van branden in de gebouwschil zien. In het doel om een fire resilient (schade beperkend) bouw te realiseren ligt de verbinding tussen duurzaamheid en brandveiligheid. Verzekeraars kunnen hier een belangrijke rol spelen.

  1. In hoeverre bieden automatische blusinstallaties een oplossing?

Een automatische blusinstallatie is één van de mogelijke oplossingsrichtingen. Hiermee wordt het risico op branduitbreiding in het gebouw en naar de gebouwschil sterk beperkt.

Bij het toepassen van een dergelijke installatie wordt de oplossing niet gezocht in het beperken van de brandbaarheid van de materialen of branduitbreiding in de gebouwschil. In deze oplossingsrichting kunnen de eisen voor bijvoorbeeld de brandklasse dan ook van ondergeschikt belang zijn. Daarnaast biedt deze oplossingsrichting ook een oplossing voor andere risico’s binnen de woningbouw, zoals de afgenomen persoonlijke veiligheid van het langer thuis wonen van ouderen (veranderingen in wonen en zorg) en toegenomen risico’s door nieuwe ontstekingsbronnen binnen de energietransitie. Hierbij moet wel bedacht worden dat het risico op branduitbreiding in de gebouwschil bij een brand van buiten niet wordt beperkt door een automatische blusinstallatie.

  1. Wordt er in de toekomst ook aandacht besteed aan de kennis en kunde van het beoordelen van gevelconstructies voor plantoetsers (bevoegd gezag/veiligheidsregio)?

Daar wordt aandacht aan besteed, maar of dit voldoende is, kan ik niet goed beoordelen. Eén van onze aanbevelingen vanuit het onderzoek is om meer te doen aan kennisontwikkeling en kennisverspreiding. Het beoordelen van gevelconstructies vergt specifieke kennis en kunde. Hierbij gaat het niet alleen over een beoordeling of aan de geldende eisen wordt voldaan.  Ook is kennis over brandgedrag van materialen, de combinatie van materialen en bouwmethoden belangrijk. In de opleiding Specialist Brandveiligheid van het Nederland Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) wordt hier aandacht op hoofdlijnen aan besteed. Echter dit betekent niet dat daarmee ook direct kunde op dit gebied aanwezig is. Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) heeft overigens het voornemen om meer aandacht te besteden aan de vertaling van de eisen naar praktische toepassing bijvoorbeeld in de vorm van standaard details en/of een Nederlandse praktijkrichtlijn (NPR).  

  1. De ontwikkelingen in de praktijk volgen elkaar snel op en brandweerposten kun nu al nieuwe risico’s tegenkomen.Wat zijn (concrete) handelingsperspectieven voor de brandweer om deze bouwmethodes te (h)erkennen en de branden in deze gebouwen veilig te bestrijden?

Concrete handelingsperspectieven kan ik (nog) niet geven, dit is ook iets om binnen de brandweer op te pakken. Ik kan wel onderdelen aangeven die van belang zijn. Aan de voorkant kun je meer aandacht besteden aan bouwkundige kennis, bouwtechnieken, brandgedrag van constructies en het kennen van het verzorgingsgebied. Daarnaast kun je aandacht besteden aan het herkennen van constructies en van de brandkenmerken ter plaatse. Maar naar mijn mening is dit niet alleen de taak van de eerste eenheden. Hier ligt bijvoorbeeld ook een taak voor de centralist van de meldkamer om door te vragen. Is er sprake van een brand in het gebouw en/of een brand in de constructie? Waar bestaat de gebouwschil uit etc. Gezien de toenemende complexiteit is een real-time intelligence center ook een optie om de juiste informatie bij de bevelvoerder of officier ter plaatse te krijgen. Onderdelen in het handelingsperspectief ter plaatse kunnen zich richten op de juiste vragen in de rondom verkenning, middelen om de brand te lokaliseren (zoals gebruik van warmtebeeldcamera’s) en het gebruik van specialistische middelen voor het bereiken van de brand van buitenaf om de brandveilig te kunnen bestrijden. In de basis moet het uitgangspunt bij een brand in de gebouwschil een defensieve inzet zijn, als de locatie en bereikbaarheid onduidelijk zijn.  

  1. Het bedrijf Gutex produceert al bijna 100 jaar houtvezelisolatie en heeft veel kennis op het gebied van brandwering in constructies aan de hand van veel uitgevoerde testen. Hoe kijkt de brandweer hiernaar?

Ik ken Gutex onvoldoende om hier een oordeel over te geven. Zoals in mijn presentatie aangegeven is één van de opties om biobased materialen binnen de huidige systematiek van brandveiligheid te beoordelen. Ondanks dat materialen en constructies voldoen aan de vereiste brandklasse betekent dit niet dat een brand zich niet kan verspreiden in en via deze constructies. Dit kan toch leiden tot het afbranden van (een deel) van het gebouw. Om dit risico te beperken is een andere aanpak nodig zijn en zijn mogelijk ook andere voorzieningen noodzakelijk.

  1. Hoe zit het met resistentie van ongedierte bij biobased isoleren? En over conservering in relatie met rookvorming bij brand en eventuele gasvorming

Dit is een niet brand gerelateerde vraag. Stichting Agrodome beantwoordt de vraag.

Biobased materialen die worden toegepast in de reguliere bouw zijn niet kwetsbaarder voor ongedierte dan andere niet-biobased materialen.
Aantastingen door ongedierte in isolatie materialen, biobased en niet biobased, ontstaan o.a. door slechte aanbrenging van de isolatie, constructie fouten, verkeerde materiaal keuze of door beschadigingen aan de gebouwschil die niet op tijd worden gerepareerd, zoals bijvoorbeeld stormschade.
Ook kan het aantrekken van ongedierte, door voedsel niet goed op te bergen, leiden tot een ongedierte plaag, met als gevolg schade aan het gebouw, inclusief isolatie.

  1. Is de maatschappelijke discussie die u voorstelt over schade en veranderde verwachtingen en de implementatie in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) ook besproken met het ministerie van VRO? Het gaat niet alleen over biobased bouwen maar ook over duurzaamheid en traditionele bouwmaterialen.

Ja, dit is ook besproken met het ministerie van VRO. De minister heeft in een kamerbrief antwoorden gegeven op gestelde vragen door leden van de kamer naar aanleiding van ons rapport over branden in de gebouwschil,  verwijzing naar kamerbrief rijksoverheid.nl  . Dit was echter nog namens het voorgaande kabinet. In het najaar van 2024 heeft er ook een bespreking met een aantal partijen plaatsgevonden. Vervolgacties zijn in de kamerbrief en het antwoord bij vraag 3 beschreven.  

  1. Er worden 5 oplossingsrichtingen genoemd. De nieuwe Nederlands Technische Afspraak (NTA 6125) gaat al direct naar ”oplossingen”, terwijl de andere oplossingsrichtingen nog brede discussie vergen. Hiermee wordt meteen geprobeerd om een van de nieuwe routes te integreren in de bestaande systematiek. Is dit gewenst?!

Of dat wel of niet gewenst is, kan ik niet beoordelen. De NTA borduurt voort op de huidige systematiek en aanpak. Dus maatregelen of maatregelpakketten waarmee dezelfde mate van brandveiligheid wordt nagestreefd als geldt voor traditionele gebouwen. In mijn presentie heb ik aangegeven dat we juist de doelen die ten grondslag liggen aan brandveiligheid ter discussie moet stellen en daarbij ook andere oplossingsrichtingen moeten overwegen.

  1. Kunt u ingaan op het brandgedrag van biogebaseerde materialen in relatie tot synthetische materialen? Een voordeel dat vaak wordt aangehaald is lagere toxiciteit van de rook, minder rookproductie, hogere inertie. Speelt dat mee? Wordt hier voldoende mee rekening gehouden bij de huidige normen?

Er bestaan verschillen in brandgedrag tussen biobased en synthetische materialen. De samenstelling van de rook bij brand is inderdaad verschillend, maar dit betekent niet altijd dat dit leidt tot een lagere toxiciteit of minder rookproductie. Dat hangt grotendeels af van de samenstelling van het materiaal, de brandontwikkeling en de brand omstandigheden. Over het algemeen geldt er bij brand wel dat bij synthetische isolatiematerialen in vergelijking tot bijvoorbeeld hout meer energie vrijkomt en meer koolmonoxide en roet wordt geproduceerd. Echter ook van natuurlijke materialen is bekend dat deze bij onvolledige verbranding grote hoeveelheden toxische gassen kunnen produceren. In de huidige normen wordt rookproductie en toxiciteit maar beperkt meegenomen.    

Alle vragen zijn beantwoord door NIPV, behalve vraag 6. Deze vraag is beantwoord door Stichting Agrodome.

Meer weten?

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *